Makkelijk rondje na die rustdag.

05:10u. Ik ben 24 wakker en wring me weer in mijn ondertussen fris gewassen hardlooptenue. Vandaag hoef ik maar een half uurtje. Eens zien waar de kilometerteller daarna op staat. Die dag rust heeft me goed gedaan: het rennen gaat gemakkelijk en ik heb geen last meer van spierpijn. De laatste minuut weet ik er nog een sprintje uit te persen waardoor ik tweehonderd meter meer afleg dan 5 kilometer.

Ik neem een lange hete douche waarbij ik de kraan in de laatste minuut naar ijskoud draai: ik ben wakker! Ik maak een stevig ontbijt met eieren en lees een half uur de krant. Om 7 uur installeer ik me weer in de war-room. Ik lees het hoofdstuk over vandaag waarin je leert hoe je snel kunt rusten en herstellen en besluit met een oefening uit het boek: ‘Freud’s sleutelbos’. Het is een trucje om een paar minuten een soort van te slapen, waarbij je een bos sleutels in je hand houdt. Zodra je echt in slaap valt, vallen de sleutels uit je hand en schrik je wakker. Verbazingwekkend hoe effectief zo’n ultrakort powernapje is: ik voel me echt uitgerust!

Ik werk vervolgens twee uur hard en geconcentreerd aan een volgend hoofdstuk van mijn roman in wording en merk dan opeens de bijwerkingen van slaaptekort: ik krijg kleurige vlekken voor mijn ogen, af en toe zie ik felle lichtflitsen en ik krijg een soort rare uitvalmomenten. Ik merk ook dat mijn besef van tijd niet meer klopt: ik kan me niet voorstellen dat ik gisteravond nog in de sportschool stond, dat lijkt dagen geleden. Ik moet me heel hard concentreren om me te herinneren wat ik deze week allemaal op welke dag heb gedaan. Tijd voor een hazenslaapje.

Ik pak mijn sleutels weer en ga ontspannen op de slaapbank in Tijn’s kamer zitten. Zodra ik mijn ogen sluit en me op mijn ademhaling concentreer beland ik in een andere wereld: droombeelden nemen het binnen een paar seconden over van de werkelijkheid. Voor mijn gevoel schrik ik pas uren later wakker van het geluid van rinkelende sleutels op de vloer. Wanneer ik op mijn horloge kijk zie ik dat er pas twee minuten voorbij zijn. En weer voel ik me alsof ik uren geslapen heb. De hallucinaties  en het gebrek aan concentratie zijn  verdwenen…

Ik werk tot ongeveer 11u door en eet daarna een paar boterhammen en lees de krant. Echt niet normaal hoeveel ik eet dezer dagen. Tussen 12u en 12:20u probeer ik de meditatie oefening die Larssen in zijn boek beschrijft. Mij lukt het echter niet om er wakker bij te blijven en ik ben blij dat ik voor de zekerheid het alarm op mijn telefoon heb aangezet. In de twee uur daarna schaaf ik wat aan een hoofdstuk dat ik eerder al schreef, probeer een nieuw ontwerp van de speelkaarten uit en rommel wat aan dit blog. Het is me ondertussen wel duidelijk dat dt niet de meest productieve dag is, al valt me mee hoe moe ik ben. Larssen’s tip om veel verschillende dingen achter elkaar te doen werkt goed. Mijn concentratieboog wordt steeds korter merk ik, en dan is het fijn om je even op iets anders te focussen. Ik gun mezelf daarna een wandeling naar de supermarkt en kook daarna het avondeten.

4 keer gesport in 39 uur.

Om 18:30u sta ik weer bij Kenamju tegen een bokszak te rammen en te trappen. Het eerste half uur van de stootzaktraining gaat me nog vrij makkelijk af, maar dan kom ik toch een paar keer de man met de hamer tegen. Op mijn tandvlees en puur op wilskracht maak ik de training af. Eenmaal onder de douche doet de endorfine zijn werk: ik ben euforisch: negendertig uur wakker en ondertussen voor de vierde keer gesport. Je kunt je overigens afvragen waarom ik ervoor heb gekozen om mezelf deze week ook lichamelijk zo af te matten. Zou het zijn om evenwicht te brengen in het urenlang achter een laptop doorbrengen? Of wil ik bewijzen dat ik dit kan? Het lijkt trouwens wel een beetje op elkaar: hard sporten en een boek schrijven: het is afzien en tegelijkertijd zo enorm leuk en bevredigend.

Als ik weer thuis ben redigeer ik nog wat oud werk, eet een bak yoghurt en doe nog één keer de truc met de sleutelbos. Om 21.45u besluit ik dat het goed is zo. Ik wil slapen. Het licht gaat om 21.56 daadwerkelijk uit, letterlijk én figuurlijk.