Diep en droomloos. Als in een coma. Zo heb ik de de afgelopen 7 uur doorgebracht. De Jeugd van Tegenwoordig wekt me weer stipt om 5u en ik sta direct naast mijn bed. Gek genoeg voel ik me echt uitgerust en fit. Fluitend stap ik een kwartier later de frisse buitenlucht in. Ik ren 7,5 km in 41 minuten zonder een centje pijn.
Ik ontbijt stevig en veel, lees een stuk van de zaterdagkrant en ga direct daarna weer aan den arbeid. Ik kan me uitstekend concentreren en schrijf een flink aantal woorden. De week is bijna ten einde en ik heb geen enkele afleiding meer. Hoef alleen nog maar te schrijven.
Tegen de middag check ik Handboek Helweek voor de opdrachten van vandaag. De zaterdag is bedoeld voor de innerlijke dialoog: hoe praat je de hele dag tegen jezelf? De bedoeling is dat je dat op een positieve en opbeurende manier doet. De theorie zegt dat alles daardoor makkelijker gaat. Je moet jezelf dus de hele dag door complimenteren en de hemel in prijzen. Ik vind dat lastig (hoewel velen van mijn naasten dat wellicht moeilijk te geloven vinden), maar merk ook dat ik ondertussen best trots ben op wat ik deze week voor elkaar heb gekregen. Ik maak een lijst met alles wat ik de afgelopen week gedaan heb, ook de dingen die ik soms al weken voor me uitschuif, de dingen die ik wel had willen doen, maar in-the-heat-of-moment niet als hoogste prioriteit heb aangemerkt en concludeer dat ik nu in ieder geval weet hoe ik de zaken moet aanpakken als ik iets wil. Bovendien denk ik nauwelijks aan roken, laat staan dat ik het heel erg mis. Goed, echt gezellige momenten met een glaasje erbij heb ik nog niet gehad, dus de zwaarste test moet nog komen, maar ik weet dat ik onder druk zonder kan.
Aan het einde van de middag duik ik nog voor anderhalf uur het krachthonk in. Daarna eten en dit blog bijwerken. Nog even eenpaar e-mails sturen en daarna nog een uur een boek lezen. Dan is het alweer 22u. Nog maar één dag, en dat is de makkelijkste!